top of page
Zoeken

THE STORY OF ART WITHOUT MEN

(DUTCH BELOW)



During my time in university, I took it upon myself to enter a couple of art history courses, in order to strengthen my knowledge of the meaning behind different kinds of depictions of women in ancient Greek art. I quickly realised that, although women were regularly the subject of art, not a single female artist was ever mentioned. British art historian Katy Hessel noticed the same when she was attending an art fair in 2015. Out of the thousands of art works before her, not a single one had been made by a woman. Hessel was by no means the first one who took to heart the lack of representation of female artists. Linda Nochlin had already published the groundbreaking essay Why Have There Been No Great Women Artists? in 1971, in which she had launched a debate about the lack of recognition for female artists. But obvious to Hessel, nothing much had changed since then. She decided to launch her instagram account @thegreatwomanartists, followed by a podcast of the same name in 2019, and last September, her book The Story of Art Without Men was published.


Exclusive Female Canon


The title makes no secret of the intent to exclude men completely, and Hessel certainly sticks to her word in this new guide on art history: she does not include a single male artist in her narrative. Before reading, I personally had my reservations about this choice. Surely we want women to be incorporated in the same history books as men? To have them stand side by side instead of being treated as two separate entities? What is the value of a book then, if there is to be no cross comparison between male and female artists? But rather quickly, it became clear why Hessel has chosen for an exclusive female canon.


If she had put the women alongside the men, there would have still been the possibility of them coming across as second rate artists next to the male artists most of us know and love already. By finally giving these women artists their centre stage, us readers get to appreciate them fully for who they were – and still are. This is achieved not in the least by Hessel’s passionately worded biographies, as well as her eloquent attributions of the talents and qualities of each and every female artist in this book. She will make it impossible for you to put it down without feeling affection for Artemisa Gentileschi (1593-1653/6), Vanessa Bell (1879-1961), Elizabeth Catlett (1915-2012) or Alice Neel (1990-1984), to name but a few.


The Experience of the Woman Artist


Sure, the rules that men invented to keep women out of the arts, need to be mentioned on several occasions. Only to highlight how much women obliterated them and managed to become professional artists anyway. So, this history of art that Hessel has penned down, is not just about the women artists that you should know about. It is even more about their experiences as women artists. It is about how painters like Elisabetta Sirani (1638-1665) were not allowed to attend life classes. Or how a French court painter like Elisabeth Vigée Le Brun (1755-1842) felt an increased misogynist atmosphere after the French Revolution. And also, it is about certain streams of art, like Bauhaus and the Surrealist movement, claiming to be progressive, while still perceiving women as lesser artists than men, effectively obstructing opportunities for them.


By posing critical questions, Hessel puts foward, not just the women we should not have forgotten about, but also the media that they worked with, the schools of art that they were associated with, and the subject matter that they portrayed. These matters make it clear that there are many pieces of art that have not been considered as such, simply due to their association with the feminine. She hails quilting and pottery for example (long considered just to be a ‘craft’ and not an art form) of which Harriet Powers (1837-1910) and Nampeyo (1859-1942) respectively were masters. She gives attention to Spiritualism, a school of art that is gaining more and more respect, in part due to the renewed interest in one its most prominent artists, Hilda af Klint (1862-1944). And she discusses in detail several beautiful pieces, in which the artists purposely explored their identity as women. Some of the most touching examples are Nameless and Friendless (1857) by Emily Mary Osborn (1828-1925), At the Mirror (1930) by Lotte Laserstein (1898-1993) and Birthday (1942) by Dorothea Tanning (1910-2012).


A New Janson’s


In The Story of Art Without Men, Katy Hessel gives an incredibly nuanced account of woman artists who were inspired by the world around them and the times they lived in, how they were held back by society, how they found their signature styles anyway, and how they even managed to inspire other (male) artists – without getting credit for it most of the time. Back when I enrolled in those art history courses, all those years ago, all students were required to buy Janson’s History of Art, a staple for any art history student anywhere in the Western world. I wish we would have had The Story of Art Without Men as addition to Janson. As Hessel states in the introduction, her book is by no means a definitive account of women’s art history. But surely, in its own right, Hessel has at the very least created the first edition of Janson’s equivalent for this subject.



Nameless and Friendless (1857) by Emily Mary Osborn (1828-1925).



Tijdens mijn jaren op de universiteit besloot ik om een paar kunstgeschiedeniscolleges

te volgen om mijn kennis te verbeteren over de betekenis achter verschillende soorten afbeeldingen van vrouwen in Oudgriekse kunst. Ik realiseerde me al snel dat, hoewel vrouwen regelmatig het onderwerp van kunst waren, er nooit vrouwelijke kunstenaars werden genoemd. Dat merkte de Britse kunsthistorica Katy Hessel ook toen ze in 2015 een kunstbeurs bijwoonde. Van de duizenden kunstwerken die werden tentoongesteld, was er geen één door een vrouw gemaakt. Hessel was zeker niet de eerste die het gebrek aan representatie van vrouwelijke kunstenaars ter harte nam. Linda Nochlin had in 1971 al het baanbrekende essay Why Have There Been No Great Women Artists? Geschreven, waarmee ze een debat op gang bracht over het gebrek aan erkenning voor kunstenaressen. Maar voor Hessel was het duidelijk dat er sindsdien niet veel veranderd was. Ze besloot haar instagramaccount @thegreatwomanartists te lanceren, gevolgd door een podcast met dezelfde naam in 2019, en afgelopen september verscheen haar boek The Story of Art Without Men.


Exclusief Vrouwelijk Canon


De titel maakt geen geheim van de intentie om mannen volledig uit te sluiten, en Hessel houdt zich zeker aan haar woord in deze nieuwe gids over kunstgeschiedenis: ze neemt geen enkele mannelijke kunstenaar op in haar verhaal. Voor dat ik begon met lezen had ik daar zo mijn bedenkingen over. We willen toch dat vrouwen in dezelfde geschiedenisboeken worden opgenomen als mannen? Dat ze naast elkaar komen te staan, in plaats van dat ze als twee afzonderlijke entiteiten worden behandeld? Wat is dan de waarde van een boek als er geen kruisvergelijking tussen mannelijke en vrouwelijke kunstenaars plaatsvindt? Maar al vrij snel werd me duidelijk waarom Hessel heeft gekozen voor een exclusief vrouwelijk canon.


Als ze de vrouwen naast de mannen had gezet, zou er nog steeds de mogelijkheid zijn geweest dat ze zouden overkomen als tweederangs kunstenaars naast de mannelijke artiesten die de meesten van ons allang al kennen. Door deze vrouwelijke kunstenaars eindelijk centraal te stellen, kunnen we hen volledig waarderen om wie ze waren - en nog steeds zijn. Dit komt niet in het minste door Hessels gepassioneerd geformuleerde biografieën, evenals haar prachtig geformuleerde toeschrijvingen van de talenten en kwaliteiten van elke vrouwelijke kunstenaar in dit boek. Ze zal het je onmogelijk maken om het boek neer te leggen zonder genegenheid te voelen voor Artemisa Gentileschi (1593-1653/6), Vanessa Bell (1879-1961), Elizabeth Catlett (1915-2012) of Alice Neel (1990-1984), om er maar een paar te noemen.


De Ervaring van de Kunstenares


Uiteraard moeten de regels die mannen hebben uitgevonden om vrouwen uit de kunsten te houden op verschillende momenten worden genoemd. Alleen om te benadrukken hoezeer vrouwen die doorbraken en er toch in slaagden professionele kunstenaars te worden. De kunstgeschiedenis die Hessel heeft opgeschreven, gaat dus niet alleen over de vrouwelijke kunstenaars die je zou moeten kennen. Het gaat nog meer over hun ervaringen als vrouwelijke kunstenaars. Het gaat over hoe schilders als Elisabetta Sirani (1638-1665) geen naaktlessen mochten volgen. Of hoe een Franse hofschilderes als Elisabeth Vigée Le Brun (1755-1842) na de Franse Revolutie voelde hoe de sfeer vrouwonvriendelijker was geworden. En het gaat ook over bepaalde kunststromingen, zoals Bauhaus en de Surrealistische beweging, die beweerden progressief te zijn, terwijl ze vrouwen nog steeds als mindere kunstenaars dan mannen zagen en hen effectief beperkingen oplegden.


Door kritische vragen te stellen, stelt Hessel niet alleen de vrouwen centraal die we niet mogen vergeten, maar ook de media waarmee ze werkten, de kunststromingen waarmee ze werden geassocieerd en de onderwerpen die ze in beeld brachten. Deze zaken maken duidelijk dat er veel kunstwerken zijn die niet als zodanig worden beschouwd, simpelweg vanwege hun associatie met het vrouwelijke. Hessel roemt bijvoorbeeld quilten en aardewerk (lang beschouwd als een 'ambacht' en geen kunstvorm) waar respectievelijk Harriet Powers (1837-1910) en Nampeyo (1859-1942) meesters in waren. Ze besteedt aandacht aan het Spiritualisme, een kunststroming die steeds meer respect krijgt, mede door de hernieuwde belangstelling voor een van haar meest prominente kunstenaars, Hilda af Klint (1862-1944). En ze bespreekt in detail verschillende prachtige stukken, waarin de kunstenaressen doelbewust hun identiteit als vrouw verkenden. Enkele van de meest ontroerende voorbeelden zijn Nameless and Friendless (1857) van Emily Mary Osborn (1828-1925), At the Mirror (1930) van Lotte Laserstein (1898-1993) en Birthday (1942) van Dorothea Tanning (1910-2012).


Een nieuwe Janson's


In The Story of Art Without Men geeft Katy Hessel een ongelooflijk genuanceerd verslag van vrouwelijke kunstenaars die zich lieten inspireren door de wereld om hen heen en de tijd waarin ze leefden, hoe ze werden tegengehouden door de maatschappij, hoe ze toch hun kenmerkende stijlen vonden, en zelfs hoe ze andere (mannelijke) kunstenaars wisten te inspireren – zonder daar krediet voor te krijgen, natuurlijk. Toen ik me inschreef voor die kunstgeschiedeniscolleges, al die jaren geleden, moesten alle studenten Janson's History of Art kopen, een fundamenteel boek voor elke kunstgeschiedenisstudent waar dan ook in de Westerse wereld. Ik wou dat we toen als Hessels The Story of Art Without Men tot onze beschikking hadden gehad als aanvulling op Janson. Zoals Hessel in de inleiding stelt, is haar boek geenszins een definitief verslag van de kunstgeschiedenis van vrouwen. Maar ze heeft op zijn minst de eerste editie van Janson’s equivalent voor dit onderwerp op papier gezet.

bottom of page