(DUTCH BELOW)

In March 2022, US President Joe Biden signed the Emmett Till Antilynching Act. Its enactment has since made the practice of lynching, the extrajudicial killing of an individual by a mob, punishable as a hate crime, with a maximum prison sentence of thirty years. The law is named after the victim of one of the most horrific lynchings in history, that of Emmett Till (1941-1955). The then fourteen-year-old boy was kidnapped, tortured and murdered by a number of white men for allegedly flirting with a white woman — a social interaction that was not allowed in the state of Mississippi at the time, due to the Jim Crow laws. Emmett's mother Mamie Till (1921-2003) managed to attract international attention by linking an image to the horrors of segregation and racism in the Deep South. That image being the image of her horribly mutilated son. Mamie insisted the press take pictures of Emmett's face, which was extremely swollen because he had been dumped in a river, and she left his coffin open at his funeral so everyone could see what had been done to her son.
It's not just with these chilling impressions that director Chinonye Chukwu wants to remind audiences of the violence that comes with racism. In her new film Till, she chooses another striking part of Emmett's story to get the message across. The fact that he wasn't even from Mississippi.
Emmett ´Bo´ Till (played by Jalyn Hall) was born and raised in Chicago, Illinois, a state in America where racism was still part of everyday life, as Chukwu shows in the opening scenes, but where African Americans were not in the same danger as in the South, where Mamie's family was originally from. In the summer of 1955, Mamie Till (Danielle Deadwyler) sent her only son to spend a few weeks of summer vacation with her uncle and his family in the small town of Money, Mississippi. She was not too happy about it, though. Mamie, who knew the terrible segregated face of the southern state, tried to prevent her son from getting into trouble by teaching him to watch out for the white folk. The carefree boy forgot his mother's advice for a moment, when he gazed upon Carolyn Bryant (Haley Bennett) in her small grocery store and compared her beauty to that of a movie star. It was reason for Bryant to draw her gun. Bo managed to escape with his nephews. But a few days later, he was lifted from his bed in the middle of the night by Bryant's husband and brother-in-law. Bo returned to his mother in Chicago in a coffin.
Chukwu does not shy away from any audiovisual means to confront the viewer with the terrible facts surrounding Bo's death. Although we experience the story from Mamie's perspective, the director gives truly breathtaking impressions of what the moment must have been when Bo's fate was sealed, what his last terrifying moments must have been like, and above all how horribly he was struck by his captors. Chukwu doesn't feel bad to take her audience's breath away and make them feel physically uncomfortable. If you as a viewer feel somewhat unwell at this point in the film, buckle up, because it´s going to get worse.
The state of Mississippi saw absolutely no reason to prosecute Bo´s perpetrators for murder. Trial procedures were only started when pressure arose from the international attention that Mamie managed to draw to the gruesome murder of her son. But in order to proceed with the case, Mamie had to go back to Mississippi. And with her return, assisted by her father John Carthan (Frankie Faison) and by her uncle Moses Wright (John Douglas Thompson), we enter the truly sickening part of the film. And it´s not even because of the same kind of chilling scenes we've seen before that makes you feel sick to your stomach. It is a combination of several aspects that Chukwu masterfully portrays. From the segregated entrances to the courtroom, to the disrespectful searches black people had to endure, and the casual way in which state officials put the n-word in their mouths, to the judge not taking the case seriously and the defense not wanting to shake Mamie's hand. All of this together not only increasingly makes you feel that Mamie had no chance to get her justice. Chukwu gives you the oppressive feeling of what it is to be in constant danger when you are seen as less than a human being.
And so, Chinonye Chukwu manages to let an international audience re-experience racial hatred, just like Mamie Till did almost seventy years before her. With recent examples of racial slurs being used in for example Rotterdam, we apparently need it still.
________________________________________________________________________________

In maart 2022 ondertekende de Amerikaanse president Joe Biden de Emmett Till Antilynching Act. Sindsdien wordt de praktijk van lynchen, het buitenrechtelijk doden van een individu door een menigte, bestraft als een haatmisdrijf, met een maximale gevangenisstraf van dertig jaar. De wet is vernoemd naar het slachtoffer van één van de gruwelijkste lynchings in mensenheugenis, die van Emmett Till (1941-1955). De destijds veertienjarige jongen werd door een aantal witte mannen ontvoerd, gemarteld en vermoord, omdat hij zou hebben geflirt met een witte vrouw – een sociale interactie die in de staat Mississippi ten tijde van de Jim Crow wetten niet toegestaan was. Emmett’s moeder Mamie Till (1921-2003) wist internationale aandacht te trekken door een beeld te koppelen aan de verschrikkingen van de segregatie en het racisme in het diepe zuiden. Het beeld van haar verschrikkelijk verminkte zoon. Mamie liet de pers foto’s maken van Emmetts gezicht, dat extreem was opgezwollen omdat hij in een rivier was gedumpt, en ze liet zijn doodskist open tijdens zijn begrafenis zodat iedereen kon zien wat haar zoon was aangedaan.
Het is niet alleen met deze huiveringwekkende indrukken waarmee regisseuze Chinonye Chukwu het publiek wilt herinneren aan het geweld dat bij racisme komt kijken. In haar nieuwe film Till kiest ze voor een ander opvallend onderdeel van Emmett’s verhaal om de boodschap over te brengen. Het feit dat hij niet eens uit Mississippi kwam.
Emmett ‘Bo’ Till (vertolkt door Jalyn Hall) was geboren en getogen in Chicago, Illinois, een staat in Amerika waar racisme ook nog steeds aan de orde van de dag was, zoals Chukwu laat zien in de openingsscènes, maar waar Afro-Amerikanen niet hetzelfde gevaar liepen als in het zuiden, waar Mamie’s familie oorspronkelijk vandaan kwam. In de zomer van 1955 liet Mamie Till (Danielle Deadwyler) haar enige zoon een aantal weken zomervakantie vieren bij haar oom en diens gezin in het gehucht Money, Mississippi. Maar dat ging niet met een gerust hart. Mamie, die het verschrikkelijke gesegregeerde gezicht van de zuidelijke staat kende, probeerde haar zoon te behoeden voor problemen, door hem bij te brengen dat hij moest oppassen voor de witte mensen. De zorgenloze jongen vergat zijn moeders advies even, toen hij Carolyn Bryant (Haley Bennett) gadesloeg in haar kleine supermarktje en haar schoonheid vergeleek met die van een filmster. Het was reden voor Bryant om haar pistool te trekken. Bo wist met zijn neefjes te ontkomen. Maar enkele dagen later werd hij midden in de nacht van zijn bed gelicht door Bryant’s man en zwager. Bo keerde terug naar zijn moeder in Chicago in een houten kist.
Chukwu schuwt geen enkel audiovisueel middel om de kijker met de neus op de verschrikkelijke feiten rond Bo’s dood te drukken. Hoewel we het verhaal vanuit Mamies perspectief beleven, geeft de regisseuse werkelijk adembenemende indrukken van hoe het moment moet zijn geweest waarop Bo’s lot bezegeld was, hoe zijn laatste angstaanjagende momenten moeten zijn geweest, en bovenal hoe verschrikkelijk hij was toegetakeld door zijn ontvoerders. Chukwu draait haar hand er niet voor om haar publiek de adem te ontnemen en zich fysiek ongemakkelijk te laten voelen. Mocht je je als kijker op dit punt in de film al enigszins onwel voelen, houd je dan maar goed vast, want het wordt nog erger.
De staat Mississippi zag absoluut geen reden om de daders voor moord te vervolgen. Er werd pas een rechtszaak op touw gezet toen er druk ontstond door de internationale aandacht die Mamie op de gruwelijke moord van haar zoon wist te vestigen. Maar daarvoor moest Mamie wel terug naar Mississippi. En met haar terugkeer, bijgestaan door haar vader John carthan (Frankie Faison) en door haar oom Moses Wright (John Douglas Thompson), gaan we het werkelijk misselijkmakende gedeelte van de film in. En dat komt niet eens door hetzelfde soort huiveringwekkende aangezichten die we in eerdere scènes hebben gezien, waardoor je steeds meer een steen in je maag voelt. Het is een combinatie van meerdere aspecten die Chukwu meesterlijk in beeld brengt. Van de gesegregeerde ingangen naar de rechtszaal, tot de respectloze fouillering die zwarte mensen moesten ondergaan, en van de ongedwongen manier waarop staatsambtenaren het n-woord in hun mond namen, tot de mate waarin de rechter de hele zaak niet serieus nam en de verdediging Mamie niet eens de hand wilde schudden. Tezamen geeft het je niet alleen in toenemende mate het gevoel dat Mamie geen schijn van kans op gerechtigheid had. Chukwu geeft je het benauwende gevoel wat het is om continue gevaar te lopen wanneer je wordt gezien als minder dan een mens.
En zo weet Chinonye Chukwu een internationaal publiek opnieuw te laten ervaren wat rassenhaat, net als Mamie Till bijna zeventig jaar voor haar. Met recente voorbeelden van racistische beledigingen die bijvoorbeeld in Rotterdam worden gebruikt, hebben we het blijkbaar nog steeds nodig.